Duitsland en de Nazi dictatuur
Kort overzicht
Na 1918 kende de Republiek Weimar een moeilijke start in een overwonnen Duitsland. In 1929 wordt het land getroffen door de economische crisis. Twee partijen proberen aan de macht te komen, de nazi’s en de communisten.
30 januari 1933 benoemt Paul von Hindenburg (rijkspresident van Duitsland) Hitler tot Rijkskanselier. De verkiezingen van 5 maart 1933 vinden plaats in een sfeer van terreur en onderdrukking. De Nazi’s krijgen slechts 44 % van de stemmen, maar 15 dagen later heeft Hitler, dankzij de centrum en rechtse partij, volledige volmacht. Alle tegenstanders worden opgepakt en de eerste kampen geopend. Als Hindenburg komt te overlijden op 2 augustus 1934, wordt Hitler “Reichsführer”.
Zijn Nazi dictatuur berust op een in ‘Mein Kampf’ vastgelegd programma met drie hoofdthema’s. 1. Een raszuiver volk (ein Volk) 2. het superieure Arische ras en 3. de inferieure rassen die de zuiverheid van het 'Volk' aantasten. De Joden zijn het eerst aan de beurt. Volgens de Wetten van Nuremburg 1935 zijn zij tot ‘inferieur’ gemaakt en ondergaan een regime van terreur. De Kristal Nacht in 1938 is zo’n voorbeeld hiervan.

-
/photos/foto1.jpg
-
/photos/foto2.jpg
-
/photos/foto3.jpg
-
/photos/foto4.jpg
-
/photos/winter_2010_189.jpg
-
/photos/winter_2010_197.jpg
-
/photos/winter_2010_200.jpg
-
/photos/winter_2010_204.jpg
-
/photos/winter_2010_259.jpg
-
/photos/winter_2010_260.jpg
-
/photos/winter_2010_262.jpg
-
/photos/winter_2010_210.jpg
-
/photos/winter_2010_213.jpg
De gehandicapten, ook inferieur, werden gesteriliseerd of vermoord.
Hitler ontwikkelde ook een theorie van expansie om alle volkeren, Duitssprekend en van Duits bloed, te verzamelen in één staat, ‘ein Reich’. Het totalitaire Nazi regime werd volledig gecontroleerd en beheerd door de GESTAPO (Geheime Statspolizei).
Reeds voor augustus 1933 werden zo’n 27 000 mensen naar geïmproviseerde kampen gezonden, meestal in oude kastelen of verlaten loodsen, zoals Dachau, Esterwegen, Sonnenburg of Sachsenburg. De meeste kampen stonden onder bevel van de SA (Sturmabteilung, de zogeheten knokploegen van de NSDAP, de politieke partij van Hitler).
Na Dachau (1933), het modelkamp, volgden de bouw van Sachsenhausen (1936) Buchenwald (1937) Flossenburg en Mauthausen (1938) en Ravensbrück (1939). Vele andere kampen volgden later.
Op 21 mei 1941 opent KL-Na (Konzentrationslager Natzweiler) zijn poort in de Elzas, het gebied dat door de Duitsers geannexeerd werd. In deze periode hielden de kampen ongeveer 60 000 mensen gevangen.
In deze concentratiekampen zaten mensen gevangen die volgens de GESTAPO en SS een bedreiging vormden voor ‘het Rijk’. Door de ergste terreur, mensonterende taferelen, hard werk, weinig of geen eten en driltechnieken werd de wil van de gevangenen gebroken en stierven ze. Op die manier vormden ze geen gevaar meer voor “Das Reich”.
Eind 1941 ontstonden kampen buiten het Rijk, de zogenaamde ‘vernietigingskampen’. De ‘inferieure rassen’ gingen naar deze vernietigingskampen, de opposanten/verzetslieden naar de concentratiekampen.
Concentratiekampen en Vernietigingskampen zijn dus twee verschillende soorten kampen.
Sinds 1938 is dwangarbeid een van de doelstellingen van de gevangenschap in een Konzentrationslager (KL). De SS ontwikkelde zijn eigen ondernemingen in de kampen, zoals de DEST (Deutsche Erd-und Steinwerke GmbH). Deze exploiteerde de steengroeven om materialen te maken voor de gebouwen van Hitler’s architect Albert Speer.
Plaatsen als Mauthausen, Flossenburg en Natzweiler zijn uitgezocht vanwege steengroeven in hun nabijheid. Deze steengroeven waren verbonden aan DEST.
Vanaf 1942 staat het werk in de kampen volledig ten dienste van de oorlogseconomie. Door de gevangenen dag en nacht te laten werken gebukt onder alle martelingen, sprak men met recht van exterminatie (gedood) door werk.
Deze veranderingen hielden consequenties in voor de kampen. Er ontstond een enorm netwerk van buitenkampen, de ‘kommando’s ‘ door heel Duitsland heen. Ze ontvingen mannen en vrouwen van de hoofd kampen die te werk gesteld worden in fabrieken. De SS kreeg voor het verrichte werk 6 Reichsmark (RM) per dag voor een gediplomeerde arbeider en 4 RM voor een geschoolde arbeider. Er waren meer dan 3500 kommandos actief. Dachau telde er zo’n 180, Natzweiler 70.