Navigatie: geschiedenis /geschiedenis_natzweiler /index-deel.shtml

Hoe gruwelijk het concentratiekampsysteem ook was dat de nazi’s over Europa hadden uitgespreid, binnen dat gruwelgeheel valt nog weer onderscheid te maken. Sterker nog: moet onderscheid worden gemaakt, zoals ook de ex-gevangenen zelf steevast doen. De uitdrukking “ een heel slecht kamp” impliceert een vergelijkend perspectief. Niet alleen was er het wezenlijke verschil tussen de vernietigingskampen, die alleen waren ingesteld voor de systematische vernietiging van bevolkingsgroepen zoals joden, en de concentratiekampen, waar bijvoorbeeld verzetsmensen werden opgesloten, ook die concentratiekampen verschilden onderling in zwaarte; de ernst van de situatie daar liep bovendien sterk uiteen naargelang de periode.

Natzweiler was geen vernietigingskamp zoals Auschwitz-Birkenau, Majdane, Sobibor en Treblinka dat waren, waar de gevangenen na selectie systematisch werden vergast. Wel zijn er medische experimenten verricht op gevangenen. In de kleine gaskamer die bij het kamp hoort en die zo’n vijfhonderd meter lager dan het kamp gelegen was tegenover de herbeg Struthof, waar de ss zich vermaakte en zijn kantoren had, werden geen Natzweilergevangenen vergast, maar joden die werden aangevoerd uit Auschwitz. Hun lijken en lichaamsdelen waren bestemd voor het anatomisch museum dat de nazi’s wilden inrichten bij de medische faculteit van Straatsburg. Ook werden er medische experimenten verricht op daartoe eveneens van elders aangevoerde ‘zigeuners’.

Natzweiler was een Konzentrationslager dritter Stufe. De indeling Stufe III slaat zowel op het type gevangenen als op het kampregime. Categorie III waren gevangenen die als zeer gevaarlijk werden beschouwd en de zwaarste Schutzhaft vereisten; een Stufe III kamp was een ‘zwaar’ kamp met een hoge sterfte. In Loe de Jongs hiërarchische rangschikking van kampen naar ‘zwaarte’ staat Natzweiler boven de andere concentratiekampen direct onder de vernietigingskampen. Maar al was het kamp dan geen moordfabriek, veel ex-gevangenen noemen Natzweiler toch een vernietigingskamp om te accentueren hoeveel groter de sterftekans daar was in vergelijking tot hun eerdere of latere gevangenschappen. “Vernietiging op termijn,” schreef journalist en ex-Natzweiler W.L. (Boebie) Brugsma.

Niet alleen werden er gevangen opgehangen en gedood door injecties, ook zijn veel Natzweilers gestorven als gevolg van de Vernichtung durch Arbeit. Berucht was het werken in de op enige afstand van het kamp gelegen steengroeve, waar roze graniet werd gehakt voor bouw- en beeldhouwwerken van het Reich. De steengroeve werd geëxploiteerd door de Duitse onderneming DEST (Deutche Erd- und Steinwerke); het mooie graniet was een van de redenen waarom juist deze plek werd gekozen om een concentratiekamp aan te leggen. De gevangenen moesten er tunnels graven en er waren diepe spelonken waarin de steen werd vergruisd voor de aanleg van wegen. Het was zware, ongezonde arbeid. In de Steinbruch lieten velen het leven – van uitputting of omdat zij werden doodgeslagen door de ss. Tegelijkertijd doen juist over die steengroeve reddingsverhalen de ronde van mannen die hun leven dankten aan een ander die stiekem een zware last overnam.

Ga met de muis over de foto's voor vergroting en toelichting

De soep De soep

De Soep

©collection Centre européen du résistant déporté-STRUTHOF, ONACVG et Ministère de la défense, France.
Avec l'aimable autorisation d'Alice Peeters-Barrau.

De dood De dood

De Dood

©collection Centre européen du résistant déporté-STRUTHOF, ONACVG et Ministère
de la défense, France. Avec l'aimable autorisation d'Alice Peeters-Barrau.

Martelingen Martelingen

Martelingen

©collection Centre européen du résistant déporté-STRUTHOF, ONACVG et Ministère
de la défense, France. Avec l'aimable autorisation d'Alice Peeters-Barrau.

Martelingen Appel

Appèl

©collection Centre européen du résistant déporté-STRUTHOF, ONACVG et Ministère
de la défense, France. Avec l'aimable autorisation d'Alice Peeters-Barrau.

Martelingen Appel

Terugkomst kamp na werk in de steengroeve

©collection Centre européen du résistant déporté-STRUTHOF, ONACVG et Ministère
de la défense, France. Avec l'aimable autorisation d'Alice Peeters-Barrau.

Al was Natzweiler een relatief klein concentratiekamp, en al is het bij het Nederlandse publiek nog steeds niet erg bekend, het is een belangrijk kamp. Naar Natzweiler zonden de nazi’s de zogenoemde Nacht und Nebel gevangenen. Dat waren ter dood veroordeelden van wie het vonnis niet snel kon worden voltrokken, of veroordeelden die vielen onder het zogenoemde Keitel-Erlass (van 7 december 1941), dat voorschreef dat deze verzetsmensen moesten verdwijnen zonder dat iemand wist waar zij waren gebleven. Dergelijke verdwijningen zouden de bevolking net zoveel schrik aanjagen als voltrokken doodvonnissen, meenden de Duitsers, terwijl de bezetter tegelijkertijd geen slechte indruk meer maakte door het regelmatig bekendmaken van lijsten van geëxecuteerden. Pim Boellaard, net als Van Dedem veroordeeld in het’ tweede OD-proces’, was een van de degenen die onder het Keitel-Erlass vielen: “Tijdens dat proces kwamen er nieuwe richtlijnen uit Berlijn dat er geen doodstraffen meer voltrokken mocht worden. Eenentwintig doodvonnissen waren al voltrokken op de Leusderhei. De rest werd ‘abgetrennt auf weiteres Verfahren’. Er zijn in de jaren daarna overigens in Nederland nog veel verzetsmensen doodgeschoten.

In Natzweiler was elk recht en elke wet opgeheven op een manier waarop dat zelfs in de andere kampen niet het geval was en NN-gevangenen genoten nog minder rechtsbescherming dan ‘gewone’ gevangenen: zo mochten volgens de interne kampreglementen elke ss-er, van welke rang dan ook, tegen een NN-gevangene geweld gebruiken. NN’ers hadden officieel ook geen recht op medische zorg; evenmin werden overlijdensberichten naar huis gestuurd wat voor andere gevangenen wel het voorschrift was. NN stond vermeld op de rode driehoek die ze op hun kleding droegen en was vaak ook nog op de rug van de kampkleding geschilderd en de aldus gebrandmerkte gevangenen leefden onder constante dreiging van de dood. De eerste Nederlandse NN-ers, onder wie, Arie van Soest en Carel Witmond van het eerste Parool-proces, arriveerden op 10 juli 1943. Een tweede grote groep NN-ers kwam in september. Behalve de veroordeelden uit het tweede (en enkele overlevenden van het eerste) OD-proces en de Parool-groep, zaten onder de Nederlandse gevangenen veel Engelandvaarders; ook werden ter dood veroordeelden die al elders zaten naar Natzweiler gestuurd. Zo moesten Frans de Bordes en Otto van Gool als NN-gevangenen uit Buchenwald naar Natzweiler. Vrouwelijke NN-gevangenen gingen niet naar Natzweiler.

Voordat de NN-ers arriveerden, waren Gert Nales en Wim Roessingh al naar Natzweiler gebracht. Roessing arriveerde op 13 maart 1942. Juist doordat zij er zo vroeg waren, hebben ze veel betekend voor de Nederlandse NN-ers die ongeveer een jaar later kwamen. De gevangenen onderling weten aan iemands kampnummer meteen wanneer hij is gearriveerd omdat in Natzweiler de nummers niet werden opgevuld als er een ‘uitviel’, zoals in bijvoorbeeld Dachau. Zo vertelde Ad de Jonge: “Willem Roessingh heeft een nummer ergens in de achthonderd, dat is heel laag. Die heeft het kamp nog opgebouwd, dus hij heeft het, als een van de eerste Nederlanders, heel slecht gehad. Gruis, stof en modder”. Nales had nummer 757, Roessingh 835.

Eind 1941 waren er in Natzweiler vier barakken voltooid, in maart 1942 stonden er zeven. Het werden er uiteindelijk zeventien, waarvan veertien voor gevangenen en drie voor de keuken, het crematorium en de gevangenis.

Toen in het najaar van 1944 de geallieerde troepen de Elzas naderden, werd het hoofdkamp Natzweiler ontruimd. Dat is dus nooit bevrijd, wat een van de redenen is waarom het onder het publiek niet zo bekend is. (Een andere is dat het kamp niet in Duitsland lag). Er is geen datum waarop jaarlijks een bevrijding wordt herdacht en er zijn nooit geallieerden binnengemarcheerd, met in kielzog persfotografen die werden geconfronteerd met een uitgemergelde kampbevolking en stapels lijken, zoals in Dachau en Bergen-Belsen. Met die ontruiming werd de hoop op een spoedige bevrijding de grond in geboord. De meeste Nederlanders werden via een verschrikkelijke treinreis overgebracht naar Dachau. Anderen beleefden, na niet minder vreselijke transporten, hun bevrijding zo’n negen maanden later in onder meer Mauthausen of in een van de buitencommando’s van Natzweiler, zoals Vaihingen.

Ook die kampen waren in die laatste periode een verschrikking. Doordat de Duitsers in verband met de opmars van het Rode Leger (Rusland) zo veel mogelijk gevangenen westwaarts stuurden, raakte bijvoorbeeld Dachau overvol en bezweken er in de laatste weken nog honderden gevangene aan honger en besmettelijke ziekten. Toen Piet Bouwense in september 1944 uit Natzweiler in Dachau kwam, dacht hij: “Dit overleef ik wel”. Het leek zoveel minder erg. Toch, verzwakt als zij waren, kostte Dachau nog vele Natzweilers het leven.

Bronvermelding:

Jolande Withuis, ‘Een uitzonderlijk kamp’,
inleiding bij:
Hinke Piersma, Doodstraf op termijn. Nederlandse Nacht und Nebel-gevangenen in kamp Natzweiler, Zutphen: Walburg Pers 2006

Klik hier voor meer achtergrond informatie.

foto

Herdenkingszuil in het kamp Natzweiler beneden. Tijdens de jaarlijkse herdenking in september stonden de oud-Natzweilers hier bij de Nederlandse steen om hun gevallen kameraden te herdenken.

foto

Fakkelwacht waarbij de fakkel van de eerste generatie over wordt gedragen aan de tweede, derde en verdere generaties. Het (strijd)vuur moet blijven branden opdat dergelijke ellende niet meer mag gebeuren.